Hypoglykemie betekent letterlijk een tekort aan suiker in je bloed. Hypo betekent weinig en glykemie is suiker. Alle organen hebben suiker nodig om te functioneren, voor de hersenen is suiker zelfs van levensbelang. Normaal houdt het lichaam de bloedsuikerspiegel binnen 4 tot 5,6 millimol per liter. Ligt de bloedglucosespiegel onder de 3,5 millimol per liter, dan wordt dit gezien als hypoglykemie.
Wat is hypoglykemie?
Je zou kunnen zeggen dat het het omgekeerde van diabetes is. Mensen met hypoglykemie hebben een teveel aan insuline in plaats van een tekort aan glucose. Bij hypoglykemie is net als bij diabetes het lichaam niet in staat om koolhydraten op een juiste manier te verwerken, daardoor functioneert de suikerstofwisseling niet goed. Functionele hypoglykemie wordt vaak gezien als een voorstadium van diabetes. Iedereen kan een tijdelijk tekort aan suiker in het bloed hebben. Bij mensen met hypoglykemie gebeurt dit echter constant of wisselt de bloedsuikerspiegel zeer sterk. Het is dan eerst erg hoog vervolgens laag en daarna kort.
Bij iedereen, behalve bij diabetici, gebeurt hetzelfde wanneer men suiker eet. Wat er wordt gegeten wordt door het lichaam omgezet in glucose oftewel bloedsuiker. Wanneer het glucosepeil in het lichaam boven een bepaald maximum komt, wordt de alvleesklier onder invloed van verschillende hormonen gestimuleerd om extra insuline aan te maken. Insuline zet vervolgens het teveel aan glucose weer om in glycogeen. Glycogeen is een vorm waarin suikers bewaard kunnen worden. Wanneer er in het bloed een tekort aan glucose dreigt te zijn, gaan andere hormonen aan de slag om door middel van prikkels de glycogeen weer om te zetten in glucose. Het evenwicht van het lichaam blijft op deze manier goed. Bij mensen met deze aandoening is dit evenwicht ontregeld.